a4Een groot deel van het weggepompte water uit de tunnelbak van de nieuwe A4 door Midden-Delfland wordt teruggebracht in de bodem, in plaats van afgevoerd naar de Nieuwe Waterweg. De Midden-Delfland Vereniging houdt de vinger aan de pols om te bezien of deze maatregel werkt tegen snellere bodemdaling.

Dit heeft de vereniging laten weten in brieven aan Rijkswaterstaat en het hoogheemraadschap van Delfland. Zij komt immers op voor een open en groen Midden-Delfland. Het beschermen van het eeuwenoude en waardevolle veenweidegebied is onlosmakelijk daarmee verbonden.

Watervergunning
Bij de aanleg van de A4 door Midden-Delfland bleek veel meer grondwater weg te lekken in tunnelbakken dan voorzien om de weg droog te houden. Het hoogheemraadschap besliste om de aan Rijkswaterstaat verleende watervergunning uit 2014 aan te passen. Het teveel aan water zou worden weggepompt naar de Nieuwe Waterweg.

De Midden-Delfland Vereniging had grote moeite met die plannen. Zij vreesde voor snellere bodemdaling en aantasting van de waterkwaliteit, met alle nadelige gevolgen daarvan voor het veenweidegebied en de mensen die er wonen , werken en komen recreëren en genieten van rust, ruimte en natuur. Zij diende daarom mei vorig jaar een zienswijze in. Ook andere organisaties, omwonenden en de gemeente Midden-Delfland kwamen in het geweer. Extra onderzoek volgde. Op basis hiervan werd besloten een groot deel van het weggepompte water in de bodem terug te brengen, en niet af te voeren naar de Nieuwe Waterweg.

Vereniging alert
Het hoogheemraadschap stelt extra eisen aan deze retourbemaling van het lekwater. Er komt ook strikte monitoring van de effecten. Deze maatregelen moeten zich eerst bewijzen, stelt de Midden-Delfland Vereniging. Zij zal alert erop zijn of de maatregelen in de praktijk werken en in werkelijkheid zo effectief zijn als nu wordt voorzien. De vereniging heeft met nadruk het hoogheemraadschap opgeroepen om goed toezicht te houden op naleving van de verleende gewijzigde watervergunning. Daarnaast wil zij regelmatig door Rijkswaterstaat en het hoogheemraadschap op de hoogte worden gehouden van onder andere de monitoringsresultaten.