IMG_8703De Midden-Delfland Vereniging werkt opnieuw mee aan een initiatief om het Midden-Delflandgebied aan te laten wijzen tot het eerste beschermd provinciaal landschap in Nederland. Dat moet de provincie doen, maar de gemeente Midden-Delfland komt in samenwerking met de vereniging en andere organisaties binnen een paar maanden met een panklaar voorstel om dit te vergemakkelijken.

Midden-Delflandlezing 2016
Burgemeester Rodenburg onthulde dit tijdens de Midden-Delflandlezing, die dit jaar werd verzorgd door oud-premier Balkenende. De gemeente steekt de koppen bij elkaar met de Midden-Delfland Vereniging en andere organisaties uit het gebied, zoals ze afgelopen jaar ook al met succes samenwerkten.

Midden-Delfland, een landschap van stand
Vorig jaar zomer stemde de Tweede Kamer in met een plan om de nieuwe wet Natuurbescherming zodanig aan te passen dat provincies de mogelijkheid krijgen om bijzondere landschappen beter te beschermen. Dit plan was bedacht in Midden-Delfland en een paar maanden eerder aan de Kamer aangeboden door MDV-voorzitter Marja van Bijsterveldt, burgemeester Rodenburg en wethouder Govert van Oord van Midden-Delfland. ’Midden-Delfland: Een landschap van stand’ heette het boek dat zij toen tegelijkertijd overhandigden, samen met vertegenwoordigers van Vockestaert en LTO Delflands Groen.

Steun Aboutaleb en Van Aartsen
Een belangrijke troef is de steun van Rotterdam en Den Haag aan de lobby van Midden-Delfland.  Handen af van Midden-Delfland, zei burgemeester Aboutaleb vorig jaar juni  al tijdens een debatbijeenkomst in Schipluiden. Hij was net als zijn Haagse collega Van Aartsen en de commissaris van de Koning van Zuid-Holland opnieuw naar Schipluiden gekomen voor de Midden-Delflandlezing. Aboutaleb benadrukte dat hij zich met hand en tand zal verzetten tegen grootschalige bouwplannen in het groene gebied. Van Aartsen noemde de positie van de boeren heel belangrijk. Volgens hem werd in 1996 al gesproken over stadslandschappen, en is het nu eindelijk zover met de nieuwe term provinciaal landschap.